Toespraak door Robert Anker bij de opening expositie
D.J. de Boer april-juni 2014
Vrienden en andere belangstellenden, welkom bij de tentoonstelling, de expositie, tegenwoordig zegt men ook wel ‘show’, van Katja Stam. Ik mag de opening verrichten door een paar woorden te wijden aan Katja’s werk.
Katja is autodidact. Vanaf het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw werkt ze alleen nog maar met houtskool op papier. Naar eigen zeggen waren stekelvarkenpennen het vertrekpunt voor haar eigenzinnige vormen maar, voor wie zich het vroege werk herinnert, bamboestengels zouden ook in aanmerking hebben kunnen komen. Het is in ieder geval goed om te onthouden dat haar abstract ogende werk wortelt in de werkelijkheid. Daniela Petovic, hier aanwezig, vriendin en kunsthistorica, muntte daarvoor de term ‘organisch abstract’. Twee van Katja’s grote thema’s komen daarmee overeen: abstract is het ritme waarin ze haar vormen over het papier drijft, zichtbaar is het licht dat achter en om de vormen heen zoveel diepte en ruimte geeft aan haar werk en ruimte is het derde thema. Het zijn geen onbekende thema’s. Licht maakt immers de ruimte zichtbaar en ritme is niets anders dan de gestolde beweging van het leven. Is het niet zo dat alle belangrijke kunst – een daar hebben we hier mee te maken – een meditatie is over de werkelijkheid, laat zien ‘wat er is’ maar dan alsof de wereld zojuist en opnieuw geschapen is? Ja, dat is zo. Kijk nog eens goed naar dit werk, uitgevoerd, dus, in houtskool, een moeilijk medium dat een grote trefzekerheid vereist. Kijk hoe Katja met de zwarte brokken in haar hand een wit tevoorschijn kan toveren dat fluistert dat het onderweg naar ons toe raadselachtige tinten grijs heeft gezien maar ook het zwartste zwart dat in de verte weer wegloopt naar het puurste licht en overal doorzichtigheden die door andere doorzichtigheden heen schijnen. Kijk ook naar de fragiele of juist stoere vormen zoals ze daar voor en naast elkaar staan. Je ziet nog net het moment dat zij aan zijn komen zweven – of marcheren. Je kunt je gemakkelijk in de wereld van Katja verliezen maar als bij alle belangrijke kunst kun je er ook weer uit en als je dan omkijkt zie je een werkelijkheid die opnieuw vreemd is geworden.
Abstract ogende kunst. Maar het staat iedereen natuurlijk vrij in het ene werk glasperels op te merken die rinkelen temidden van scherven. Of alleen maar te zien dat er elders sprake is van hoekige cirkels die samen een doorkijkje vormen op, tja, op vormen, en uiteindelijk op het wit dat in de opgewekte verbeelding nog maar moeilijk met het wit van het papier geïdentificeerd kan worden. Papier? Daar is deze wonderwereld allang van losgezongen. En is dat daar niet een geval van splash, uit een vloeistof opspattende druppels maar dan horizontaal getekend waardoor ze als geliefden lijken te reiken naar die druppels aan de overkant? In de achterste ruimte zie ik in ieder geval de sterrenhemel boven Katja’s atelier in Brantgum hangen, dat kan niet missen.
De echte vraag is natuurlijk waar deze kunst, die in ieder geval ook een gestuurde improvisatie is in die zin dat de vormen elkaar oproepen en verder brengen, uitdrukking aan geeft. Deze vraag is altijd het moeilijkst te beantwoorden. In de oorsprong was Katja’s werk welzeker een meditatie over de zichtbare werkelijkheid maar in de loop der jaren – ik volg Katja’s werk vanaf het begin – lijkt er de verbeelding van een werkelijkheidsdomein bij te zijn gekomen dat misschien pas zichtbaar is onder de microscoop of nog dieper: op nanoniveau. Niet voor niets schenkt de bio-chemicus prof. dr. Jan van Hest al jaren aan ieder van zijn promovendi een werkje van Katja, hij moet daar iets in herkennen. En ik weet dat Katja graag grasduint in natuurwetenschappelijke tijdschriften met hun schetsen, soms ook foto’s van diep verborgen structuren. Ik sluit niet uit dat Katja inmiddels iets getekend heeft wat nog ontdekt moet worden – misschien door een promovendus van Jan van Hest. Ik stel nu al voor die blootgelegde structuur het ‘Stam-effect’ te noemen, of, wat nog mooier klinkt, ‘de Stam-verschuiving’.
Wat in ieder geval noodzakelijk is om het werk van Katja binnen te dringen is concentratie en die is op een middag als deze natuurlijk moeilijk te verwerven. Geen nood. Verzin een kwaaltje en maak een afspraak met onze gastheer van vanmiddag, huisarts David de Boer, die ooit op het geweldige idee kwam zijn praktijkruimte ook te gebruiken als galerie. Het lijkt mij niet meer dan gepast af te sluiten met een applaus te vragen voor David!
12 april 2014
|